Wij als Eeklonaar hebben een werkwoord, met name het werkwoord JA. (Het werkwoord NEE is voor een volgende keer)
IK ondervind dat het, voor niet Eeklonaars, een moeilijk te vervoegen werkwoord is.
Dus hierbij de uitleg van dit werkwoord.
Ja ik = Joak
Ja gij = Joag
Ja hij/zij = Joai/Joas
Ja wij = Joam
Ja jullie=Joag
Ja zij = Joas
We kunnen het werkwoord ja dan ook in zijn context plaatsen.
Een vraag aan de eerste persoon : Ga je vanavond nog werken? –> Joak
Antwoord van tweede persoon aan eerste persoon : Joag, verzekers wel. (Ongeloof dus bij 2de persoon)
Derde persoon erbij betrekken : Zou guustjen nog werken vanavond –> Joai (of als guustjen een vrouw zou zijn) : Joas
Meervoud :
Gaan we deze avond nog werken (met zijn allen in koor – hmm althans diegene die zin hebben : Joam)
Antwoord van meerdere personen aan die groep personen die nog gaan werken (Joag verzekers)
Gaan zij nog werken deze avond? (Joas)