Verleden jaar was het hier de dochter die op woensdag ging dansen. Maar doordat de lerares volgens haar te streng was haakte ze dit jaar af. Zoon begon te voetballen. En dat lukt wel vrij vlot om hem op woensdag naar de training te brengen en op zaterdag naar zijn wekelijkse confrontatie met leeftijdgenootjes.
Maar de dochter wou nu toch ook weer iets doen. Paardrijden? Neen, liever niet. Tennissen misschien? Mjah, maar waar? Of misschien toch ook maar voetbal spelen? Neen, daar was de mama een beetje tegen.
Tot deze middag. Papa, ik wil terug gaan dansen maar dan bij een andere lerares. En zo geschiedde. Om kwart na twee zoon naar voetbal gebracht en zo verder gereden naar de dansschool hier niet zo ver van. Dochter kon vandaag al terug starten indien ze dat wou. Om kwart voor vier is dat.
En daar begint het dus, de organisatie. Gelukkig ligt het voetbalplein en de dansschool op zo een 5 minuutjes rijden van elkaar.
Maar de organisatie dus om bij 2 kinderen op quasi dezelfde tijd te zijn. De één die stopt met zijn sport, de andere die er dan net mee start.
Voetbal van twee tot half vier. Dansles start om kwart voor vier. Een manneke van 6 wast zich na de training maar heeft toch nog een beetje hulp nodig bij het uittrekken van allerhande voetbalattributen. Een meisje van 8 kan al flink haar plan trekken maar te voet of met de fiets geraakt ze nog niet ter plaatse.
En toch, ben ik blij dat de dochter ook terug iets van sport doet.