Zo noemde de vriendin mij gisterenavond.
En wel om volgende reden:
We zaten ‘s avonds samen in de zetel, toen ik zei dat ik mijn neus diende te snuiten. Ze bood mij, vanuit het doosje dat naast haar staat, een papieren exemplaren aan.
Maar ik weigerde en haalde een gewone stoffen zakdoek uit de zak van mijn trainingsbroek.
En omdat ik altijd een zakdoek bij mij heb schijn ik dus oubollig te zijn, want ook haar grootvader zaliger die had overal en altijd een zakdoek in zijn broekzak zitten. Ik lachte 🙂