
Het spreekwoord zegt dat er na regen zonneschijn komt en in veel gevallen is dit ook wel waar.
Neem nu een goede drie jaar geleden. Ik schrijf één en ander neer in een vrij lange blogpost waaruit blijkt dat ik het nu allemaal wel eens voor elkaar wil krijgen.
Na nog wat korte projecten te hebben gedaan tussen Juli 2015 en December van dat jaar krijg ik mogelijks de kans om voor een groot bedrijf te beginnen. Daarvoor ga ik in December 2015 voor het eerst gaan praten in Brussel. Het interview verloopt goed en ik mag nog eens terug keren. Nu zal één van de grote bazen aanwezig zijn bij het gesprek. Ook dat verloopt goed en daardoor kan ik een derde keer terug gaan. Deze keer voor diverse testen. We zijn ondertussen evenwel half Januari en ik wil nu echt wel aan de slag. Een paar keer klopt er een kort projectje op de deur maar op aanraden wacht ik nog even af. Het ziet er immers goed uit om aan een lange termijn opdracht te kunnen starten. Ik neem het risico en wacht.
En dat blijkt de goede keuze te zijn. Plots gaat het dan vrij snel en krijg ik begin Februari de bevestiging dat ik op 15 Februari kan starten. Bij Engie te Brussel.
Kijk, ik wil nu heel open en eerlijk zijn. Voor mezelf is het belangrijk om dit eens van mij af te schrijven. Voor diegene die het reeds tot hier lazen een teken dat ze enigszins geïnteresseerd zijn in wat ik neerpen.
Door de drie mindere – noem het donkere – jaren die het gevolg waren van eerder labiele en onzekere periodes in mijn beroepswerkzaamheden als zelfstandige in dit bijwijlen ‘***land’ kwam ik op ongeveer een -70K te staan. Geen sociale zekerheid voor mij zolang aldaar geen 60K betaald zou worden. De andere 10K waren voor de BTW die net als de sociale zekerheid belachelijk hoge intresten aanrekenen en weinig tot geen beetje medeleven tonen. Integendeel.
In het begin was hier niemand van op de hoogte. Ook de vriendin niet. Ik zou dit alleen afhandelen. Klanten kregen evenwel een schrijven van den BTW dat al wat ik aan hun zou factureren rechtstreeks aan de BTW diende betaald te worden. Eén van mijn klanten haakte af. Jammer. Toen er weer eens een grotere wagen aan onze deur stopte, hield ik mijn hart vast, het zal toch – weer – geen deurwaarder zijn.
Ik stapte in Maart 2016 binnen bij Zenito, mijn sociaal secretariaat binnen, en vroeg een duidelijke kijk op de zaak. ‘Wat wil Meneer betalen?’ Zoveel mogelijk moet mijn antwoord geweest zijn want ik wou hier zo snel mogelijk door geraken. Die, noem het een depressie was mijn eigen schuld dus daar moest ik nu nog maar eens keihard voor boeten. Starten met 4000 per maand, zei ik. Een maand of 8, dan ben ik van die deurwaarder uit Antwerpen vanaf. En dan naar 2000 per maand. Dat zal ik dan nog een maand of 15 doen.
Ik zou hier nu een ellenlange post kunnen verder schrijven over de communicatie met de overheidsdiensten/sociale zekerheid, en hoe ik het gevoel heb veel meer betaald te hebben dan zou moeten, maar dat ga ik nu en in deze post niet doen. Of over hoe dankbaar ik mijn huidige werkgever ben om mij de mogelijkheid te bieden om mijn privé en werk bijna perfect te kunnen combineren. Of ik zou de mensen van Tournée minérale ook voor een deel dankbaar kunnen of moeten zijn. En natuurlijk ook de personen dicht bij mij. Niet te vergeten mijn broer die even op mij kwam inpraten op een moment dat de tunnel eindeloos leek. Over het hoe moeilijk het is om het openbaar te vertellen, zelfs tegen personen die het goed met je voorhebben.
Ik heb er nu wel de drive voor om dit te doen, maar al wat hier boven staat was zelfs niet de opzet van deze blogpost.
Neen, het opzet was om een klein dansje te kunnen doen en jullie een klein beetje te laten meedelen in het geluk dat we ondertussen toch wat terugvonden.
Want wat ik een paar jaar geleden nog als onmogelijk zag en in feite berustte in het feit dat we voor altijd huurders van een woning zouden zijn is nu toch wel even anders. Op een manier is het jammer dat we de woonst waar ik nu toch al 12.5 jaar woon niet kunnen kopen. Maar we begrijpen de huisbaas als die zegt dat een spaarboek bijlange niet zoveel opbrengt als de maandelijkse huurgelden.
En neen, we hebben niet de lotto of een andere loterij gewonnen. We hebben alles goed bekeken, samengelegd en honderduizend keer opnieuw uitgerekend. Dus zo zijn we uitgekomen op een stukje grond. Een 388 vierkante meter ofte zo een 1.5 miljard kubiek. In een woonwijk. Een kleine vereiste of noem het een droom van mij. Want als ik ooit de kans zou krijgen om te bouwen dan wou ik dat in een woonwijk kunnen doen. Ik herinner mij nog de zalige tijd toen we als kind zelf in een wijk woonden. Architect en aannemer? Check!